Dit artikel is overgenomen uit Bron , het onafhankelijk nieuwsplatform van Fontys. Campus Stappegoor heeft donderdag speciale borden onthuld die vertellen wat Fontys doet om het ecosysteem in stand te houden en te versterken. Met als doel om medewerkers en studenten te betrekken bij hun werk- en leeromgeving en ze bewust te maken van wat er leeft en groeit. Het vriest in de ochtend nog een paar graden wanneer een groepje samenschoolt bij het groene middenterrein van de campus. Een zwart doek bedekt een van de vijf informatieborden, die verspreid over het terrein in de grond zijn verankerd, alleen de twee houten palen waar het op is vastgeschroefd, zijn te zien, als twee lange benen die onder een jas uitsteken. Ad Visser, directeur van Fontys Lerarenopleiding Tilburg (FLOT) warmt zijn handen op aan een kopje koffie. Hij is uitgenodigd door Agnes Otten van Fontys for Sustainability. Ook docent biologie Kitty Walravens, facility coördinator Simon Bergmans en imker Marcel Horck zijn bij de onthulling aanwezig. Allen drukken ze op hun manier een stempel op de omgeving.
Kikkers, insecten en vogels Maar de drie hoofdrolspelers zijn er niet. Vierdejaars biologiestudenten Jarno van Beers, Romy Meijers en Nienke van der Wegen ontbreken. Ze staan op dit moment alle drie voor de klas. Zij hebben ruim een halfjaar hard gewerkt aan de ontwikkeling van de informatieborden, als onderdeel van het vak Duurzaamheid. Dat had meer voeten in de aarde dan ze hadden gedacht, geeft Jarno telefonisch toe. ‘We hebben alle informatie opgehaald bij de bron, zoals de imker en de facility coördinator, die vroeger hovenier is geweest. Ook hebben we onderzoek gedaan naar duurzame materialen waar we de borden van hebben gemaakt. En we moesten rekening houden met kabels, leidingen, aanplant en bestrating.’ De informatieborden staan op plekken waar Fontys duurzame maatregelen heeft getroffen, zoals achter P8, een ultramodern gebouw met een warmtewisselaar, zonnepanelen, een groen dak en in zijn schaduw een wadi voor de afwatering van het gebouw.
'Veel mensen die op het parkeerterrein uit hun auto stappen, vinden het vaak maar een rommeltje’, weet Jarno. ‘Het gras is te hoog, er groeit her en der wat onkruid en het oogt modderig. Maar juist in deze omgeving doet allerlei leven het goed, zoals kikkers en insecten, maar ook vogels. Verderop langs het wandelpad dat wordt aangelegd heeft zelfs een specht een nest gemaakt in een boom.’
Bewustworden van omgeving Wandel je van de wadi naar de bijenkasten, dan kom je langs een vijver met eenden, waterhoenen en meerkoeten. Op een hoge mast zit trots een aalscholver. ‘We willen dat mensen om zich heen gaan kijken en zich bewust worden van hun omgeving’, vervolgt Jarno. ‘Er is zoveel te zien, meer dan de meesten mensen denken. De informatieborden helpen daarbij.’ De wandelroute langs de informatieborden over de campus dient volgens docent Kitty Walravens meerdere doelen. ‘Studenten en medewerkers kunnen buiten wandelen, studeren en vergaderen. Tijdens open dagen kunnen we laten zien dat we onze buitenruimte bij het onderwijs betrekken.’
Iedereen is welkom Ook wordt de campus meer en meer toegankelijk voor mensen die hier niet werken of studeren. ‘Kijk naar de overkant van de weg, de woonwijk rukt op’, zegt Walravens met een uitgestoken vinger. ‘Iedereen is welkom om van deze omgeving te komen genieten. Daarmee laten we zien dat we duurzaamheid belangrijk vinden en geven we invulling aan onze maatschappelijke verantwoordelijkheid.’
Imker Marcel Horck bij zijn bijenkasten.
De maatschappij wordt ook op een andere manier betrokken bij het onderwijs. Zo’n acht jaar geleden kreeg de Tilburgse imker Marcel Horck met een aantal bijenvolken een plekje op de campus. De bijen zorgen vanaf het vroege voorjaar voor bestuiving van bloemen en planten. En die zijn er tegenwoordig genoeg op Campus Stappegoor, want er is rijkelijk gestrooid met wilde bloemenzaden van Natuurmonumenten. ‘Doordat de bijen telkens stuifmeel ophalen, zorgen ze voor bestuiving. Zo blijven er genoeg bloemen en planten groeien’, legt de imker uit. Hij noemt de campus de beste plek van Tilburg voor zijn bijen. ‘Dat komt door de wilgen die aan de waterkant groeien. Deze staan al heel vroeg in bloei. De bijen komen op het stuifmeel af en zijn daarna niet meer te stoppen. Ze vermenigvuldigen zich snel.’ Ook hier oogt het rommelig voor de leek. Overal om ons heen ligt snoeiafval. ‘Dat wordt niet weggehaald’, zegt Horck. ‘Het snoeiafval is een schuilplaats voor veel dieren.’ Ook hierin brengt een informatiebord helderheid.
Groener jasje Tussen de bijenkasten en de plantenkas naast gebouw P4 doorkruist het pad het parkeerterrein. Een cultuurschok na al het groen en leven waar we doorheen zijn gelopen. ‘Ook dit hoort bij de campus’, zegt Walravens. ‘Mensen moeten kunnen parkeren. Maar we denken er wel over na hoe we ook deze plek een groener jasje kunnen geven.’ De omgeving zal in ontwikkeling blijven, zoals de natuur eigen is. Toch ligt er na de zomer een flyer klaar waarop de route staat aangegeven. ‘Ik zie de campus als ontmoetingsplek voor de regio, waar mensen elkaar ontmoeten en inspireren. Biodiversiteit draait voor mij niet alleen om een hoge weerbaarheid van de natuurlijke omgeving. Net zo belangrijk is de weerbaarheid van de mensen die er studeren, werken en wonen.’
Bijdrage aan maatschappij FLOT-directeur Ad Vissers is onder de indruk. ‘Veertig jaar geleden is deze campus neergezet met de opdracht om mensen op te leiden’, zegt hij. ‘Maar de rol van Fontys is aan het veranderen. Fontys for society wil een wezenlijke bijdrage leveren aan de maatschappij. We leiden de leraren op met een moreel kompas.’ Hij hoopt dat dit het begin is van veel mooie initiatieven. ‘Heel veel mooie dingen beginnen klein.’ Agnes Otten van Fontys for Sustainability beaamt dit. Het is volgens haar de bedoeling om dit initiatief uit te rollen naar andere campussen als onderdeel van een gezonde leefomgeving. Of voormalig hovenier Simon Bergmans ook dan de vraagbaak is, is nog maar de vraag. Hij heeft voorlopig zijn handen vol aan de ontwikkeling van Campus Stappegoor.