Yara Bouwens, Eline Lange, Marije Fabrie en Inge Palinckx (vlnr) poseren bij een gammacamera op hun afdeling.
Studenten leren en onderzoeken steeds vaker in “professionele werkplaatsen”. Welke kruisbestuiving met de werkvloer dat oplevert, is goed te zien bij het Jeroen Bosch Ziekenhuis. Yara en Eline, studenten van Fontys Paramedisch, en hun twee praktijkbegeleiders zijn er enthousiast over. Het werken met de nieuwe ‘Leeruitkomsten’ is nog wennen.
Bij het onderdeel Beeldvormende Technieken van het Jeroen Bosch Ziekenhuis in ’s-Hertogenbosch leren elk jaar rond de tien Fontysstudenten de kneepjes van het vak: röntgenfoto’s, echo’s en mammografieën maken bijvoorbeeld. Twee van die studenten zijn Yara Bouwens en Eline Lange, die net de duale opleiding van Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken (MBRT) hebben afgerond. Behalve meewerken en het vak leren, hebben ze er ook onderzoek gedaan. En dat pakte goed uit, zeggen Inge Palinckx en Marije Fabrie, die vanuit het ziekenhuis de studenten begeleiden.
Tumoren preciezer meten Yara zorgde met haar onderzoek voor verbeterpunten bij het scannen van de lymfeklieren op tumoren. Dat gebeurt via een zogenoemde PSMA-PET/CT-scan op de nucleaire afdeling. Uit haar onderzoek blijkt dat het preciezer kan, waardoor de grootte van tumoren beter in beeld komt. Het gaat om millimeters, maar het is belangrijk, want het heeft gevolgen voor het behandelplan. Haar onderzoek onderbouwt het voornemen van het ziekenhuis om een nieuwe machine aan te schaffen. Eline onderzocht of het protocol voor het vaststellen van borstkanker goed werkt. Kloppen de stappen die de artsen volgens de normen nemen? Is het voldoende voorspellend voor het uiteindelijke ziekteverloop van patiënten? Ook belangrijk onderzoek, want onnodige puncties en of behandeling komen “kwaliteit van onderzoek” niet ten goede en zijn belastend voor een patiënt. Haar onderzoek bevestigt dat het protocol goed werkt.
Kruisbestuiving op de werkvloer Waardevol onderzoek dus, maar hoe zit het met de kruisbestuiving in het dagelijks werk? Nemen de professionals de input van de studenten serieus? Zeker wel, zegt opleidingscoördinator Marije Fabrie, maar het gaat niet vanzelf. ‘Het is belangrijk dat wij daarvoor de juiste cultuur scheppen. Een cultuur waarin wij van elkaar willen leren en vragen durven stellen en kritisch denken.’ ‘Wij leren veel van de professionals, maar hebben zelf weer nieuwe theoretische en ook technische kennis. Onze kennis is up-to-date’, zegt Eline. ‘De professional op de werkvloer is gewend een bepaalde procedure al jarenlang hetzelfde uit voeren en wij stellen daar dan vragen bij. Dat opent de ogen’, vertelt Eline. Yara: ‘Het is voor hen een automatisme geworden.’ Inge Palinckx, die voor een dag per week de studenten begeleidt: ‘Studenten vragen zich bijvoorbeeld af waarom een foto van een scan niet helemaal scherp is en gaan dan sneller op zoek naar de oorzaak ervan. De software is veranderd door de jaren heen; er is veel meer mogelijk. Je kunt met digitale systemen de beeldkwaliteit veel meer corrigeren dan vroeger.’
Persoonlijke ontwikkeling Door het leren in de praktijk maakten de studenten een enorme ontwikkeling door. Yara: ‘Mijn zelfvertrouwen is toegenomen en ook op sociaal vlak ben ik enorm gegroeid.’ Eline: ‘We waren verantwoordelijk voor ons eigen leerproces en dat was niet altijd makkelijk. We hebben ook veel van elkaar, studenten onderling, geleerd.’ Beide studenten werken inmiddels als medewerker bij de afdeling Radiologie van het Jeroen Bosch Ziekenhuis in ’s-Hertogenbosch.
Leeruitkomsten in de praktijk, een zoektocht Professionele werkplaatsen zijn in opkomst bij Fontys, evenals het werken met Leeruitkomsten. Voor een duale opleiding zoals in dit verhaal - waarbij school en werk hand in hand gaan - is het al jarenlang vanzelfsprekend dat studenten in de praktijk het vak leren. Het onderzoekgedeelte daarin is wel groter geworden. Ook worden om andere vaardigheden gevraagd, niet per se specifiek op het vak gericht. Fontys wil haar studenten vooral een nieuwsgierige en onderzoekende houding aanleren, zodat zij zich straks in het werkveld snel kunnen aanpassen aan veranderingen in het werkveld, want beroepen veranderen continu. In zogenoemde Leeruitkomsten tonen studenten aan hoe zij kennis opdoen én zich ontwikkelen. Deze aanpak botst soms met de realiteit van de praktijk, zegt de opleidingscoördinator Marije Fabrie: ‘We moeten veel feedback geven aan studenten voor hun portfolio, die niet direct over het werk hier gaat. Het kost bovendien enorm veel tijd. Ook al begrijpen wij dat je een student breder wilt opleiden. Wij vinden het daarbij lastig als we zien dat studenten hun vak heel goed verstaan maar dat minder kunnen aantonen in hun Leeruitkomsten en daardoor een lager cijfer scoren dan een student bij wie het omgekeerde het geval is.’ Ook voor de studenten was de overstap naar het werken met Leeruitkomsten lastig. ‘Je bent er enorm veel tijd mee kwijt. Vaak alleen al om te begrijpen wat er precies wordt bedoeld.’ Deze feedback is teruggegeven aan de opleiding. ‘We merken dat de opleiding dit serieus neemt en dat we stappen zetten om de wensen beter op elkaar aan te sluiten’, zegt Marije.
Cindy Maandag
Beter behapbaar Cindy Maandag van de Fontys Paramedisch herkent de zoektocht van de praktijkbegeleiders en studenten naar het werken met de Leeruitkomsten. De opleiding heeft al verschillende aanpassingen gedaan, zodat het voor alle partijen beter behapbaar wordt. ‘Het is een proces waar we samen doorheen gaan. Studenten moeten veel meer dan voorheen aantonen dat ze de juiste competenties hebben, bijvoorbeeld kunnen omgaan met complexe situaties. Ze moeten dat in hun portfolio echt met praktijkvoorbeelden, of een andere onderbouwing, laten zien. En dat is anders dan voorheen. Hóe dat het beste kan, daarin maken we steeds stappen' 'Het fijn is dat ik als Lecturer Practioner vanuit de opleiding wekelijks langsga bij de professionele werkplaats. Samen bekijken we steeds wat handig en nodig is. Dat is wel heel anders dan vroeger, toen je als stagebegeleider alleen een aantal momenten in het traject een gesprek had. Nu leren we veel meer van elkaar. De lijntjes zijn veel korter.’
Auteur en fotograaf: Petra Merkx