Eveline Migo (l) en Eline de Groot
Wie goed kijkt naar het onderstel van een pingpongtafel, ontdekt een voormalig onderstel van een bureau. Hippe blauwe designstoelen blijken “gewoon” het oude meubilair dat een kleurtje heeft gekregen. Zomaar nieuwe meubels bestellen is namelijk niet langer het credo bij Fontys. Zoveel mogelijk hergebruiken wél. Eline de Groot, projectleider huisvesting en Eveline Migo, contractadviseur, staan aan de wieg van die verandering.
Vanwaar de keuze om het meubilair duurzaam aan te pakken en te kiezen voor re-use? Eline: ‘De aanbestedingsperiode voor ons meubilair liep af. Dat is altijd een geschikt moment om eens goed stil te staan bij de vraag wat we daarmee willen. We merkten in het verleden dat er bij een onderwijsvernieuwing, of ander gebouw vrij snel voor nieuwe meubels werd gekozen, ondanks dat we al jaren een meubelopslag hebben en we al enkele projecten met bijvoorbeeld hergestoffeerde bureaustoelen hadden gevuld. Ook werd er door instituten vaak last minute besteld, zo van: doe in plaats van drie, toch maar vijf kasten. We concludeerden dat de keuze voor meubilair en het bijbehorende proces dus veel beter doordacht mocht zijn.’ Eveline: ‘Met een speciale projectgroep schreven we een duurzaamheidsvisie op meubilair. De kern: het maximale uit ons eigen bestaand meubilair halen. Het idee is dat we 100 procent inzetten op de inzetbaarheid van bestaand meubilair.’ Eline: ‘Dit project is met verschillende specialisten opgezet, bijvoorbeeld ook met de mensen van inkoop. Mooi om te zien dat we echt samen voor een groter doel zijn gegaan.’ Hoe pak je zo’n grote koerswijziging aan? Eveline: ‘Dat is inderdaad een behoorlijk traject, dat anderhalf jaar duurde. We vroegen bijvoorbeeld aan leveranciers: zijn jullie hier klaar voor? Wij kunnen wel iets willen, maar het moet ook beschikbaar zijn.’ Eline: ‘Toen werd ons al snel duidelijk dat het kón. Ook hebben we andere onderwijs- en overheidsinstellingen gesproken die hierin al verder waren. Met name van de Universiteit van Utrecht en ProRail hebben we veel geleerd. Zo werd steeds duidelijker wat we wilden en hoe we dat het beste konden uitvragen. We zochten bewust naar een partij die vooroploopt, waar wij ons als het ware aan op kunnen trekken. Simpelweg omdat wij zelf niet alle kennis in huis hebben.’ Soms is er tóch behoefte aan meubels die jullie niet hebben. Wat dan? Eline: ‘Inderdaad, de onderwijsbehoeftes veranderen en daar horen soms nieuwe meubels bij. Dan hebben we meubilair of dat specifieke item niet in onze opslag staan, dan gaan we nu kijken in de tweedehands markt. Dit lijkt een soort Marktplaats, maar dan alleen voor bedrijven. Dat meubilair knappen we indien nodig op, zodat het altijd aan de Fontys-kwaliteitsstandaard en arbonormen voldoet. Mochten we dan een specifiek item alsnog niet kunnen vinden, gaan we enkel nog voor volledig nieuw circulair meubilair. Dat betekent dat meubilair geproduceerd wordt met materialen met als doel dat het meubelstuk helemaal uit elkaar gehaald moet kunnen worden voor hergebruik en recycling.’ Eveline: ‘Daarom hebben alle meubels ook een materiaalpaspoort, zodat we precies weten waar een stoel, kruk of bank uit bestaat.’ Slaan jullie meubels op voor hergebruik? Eline: ‘Jazeker! We gooien niets zomaar weg. Ook moeten we goed weten wat er nou eigenlijk in die opslag staat. Daarom werken we samen met een partner die de opslag én het complete systeem erachter verzorgt. We hebben een soort webwinkel met al onze eigen meubelstukken in de opslag. Hier gaan we nog een extra slag in maken door ook al het meubilair van alle Fontysgebouwen in een systeem te krijgen, zodat we precies weten wat we binnen Fontys aan meubilair hebben en gemakkelijker kunnen uitwisselen. Heel overzichtelijk.’En wat doen jullie met ‘versleten’ Fontysmeubilair? Eveline: ‘Dan hebben we een partner die ervoor zorgt dat het hergebruikt wordt. Is dat echt niet mogelijk? Dan wordt een meubelstuk ontmanteld en gerecycled.’ Waren er hobbels op de weg? Eline: ‘De grootste uitdaging is dat we met meerdere partners werken. De een is goed in het hergebruiken van meubels, de ander in het aanbieden van circulair meubilair. En vooraf bestond er nog de angst voor een “kringloopuitstraling”, maar die blijkt volledig onterecht, zoals al in de eerste projecten zichtbaar is. Nog een hobbel is dat we minder keuzevrijheid hebben en dat last minute bijbestellen ook geen optie meer is. Het is even een cultuuromslag, maar ik ben ervan overtuigd dat iedereen hier snel aan gewend is.’ Eveline: ‘Het is ook gewoon een goed verhaal. Iedereen begrijpt dat het niet duurzaam is om telkens voor nieuw te gaan. En los daarvan, met de huidige (brandstof)prijzen, is het ook gewoon bijna niet meer betaalbaar.’ Jullie hebben flink veel kennis opgedaan over duurzaam meubilair. Delen jullie die kennis ook met andere onderwijsinstellingen? Eveline: ‘Zeker, dat vinden we belangrijk want we hebben het hier over overheidsgeld. Het is zonde als elke onderwijsinstelling zelf het wiel gaat uitvinden en hier veel uren insteekt. Er hebben al verschillende organisaties bij ons aangeklopt.’ Tot slot: hoe zien jullie de toekomst? Eline: ‘Ik heb er alle vertrouwen in dat we straks in alle nieuwe gebouwen prachtige, hergebruikte meubels zien. Dat Fontys dit heeft gedaan, toont dat we écht vooroplopen en lef tonen.’ Eveline: ‘Ik ben daarnaast ook trots op het werk dat Eline heeft verzet. Zij is de drijfveer geweest achter dit project en heeft de spirit erin gehouden.’
Fontys werkt samen met drie partners. Namelijk Workbrands voor de duurzame levering van meubilair en interieuradvies. Voor de levering van circulair meubilair is Gispen gecontracteerd. Tot slot is Convoi de verhuizer van Fontys, zij verzorgen tevens de opslag.content Dit artikel is eerder gepubliceerd op de publiekssite Fontys for Sustainability.
Auteur: Bureau Textvast