Kunstmatige intelligentie lijkt op koriander: je vindt het lekker of ronduit vies. Maar koriander gaat niet weg en AI (artificial intelligence) ook niet. Bart van Bezooijen en Tim Gerbrands wachtten niet af maar gingen al met AI aan de slag.
Dat kunstmatige intelligentie specifieke voordelen heeft, is geen discussie meer. Zo kan een algoritme sneller en beter een pril stadium van kanker op een röntgenfoto herkennen dan een ervaren radioloog. Die snelheid en accuratesse kan het verschil maken tussen leven en dood. De nadelen van AI zijn trouwens eveneens evident, ook in het onderwijs. Het grootste schrikbeeld van leerkrachten: studenten die knippend en plakkend hun diploma halen. Wat moeten we met AI? Omarmen of afvoeren met pek en veren? Bart van Bezooijen (44) werkt bij Fontys Marketing en Communicatie in Tilburg, afdeling sportmarketing, en voert met anderen voor Kenniscentrum AI een project uit over de maatschappelijke kosten en baten van AI. Hij doceert onderzoeksvaardigheden, doet onderzoek naar E-sports en voert maatschappelijke kosten- en batenanalyses (mkba’s) voor sportevenementen uit. ‘De systematiek die we daarvoor gebruiken heb ik ook toegepast op AI, om een beeld te krijgen wat de kansen en bedreigingen van AI zijn.’ Tim Gerbrands (39) is docent-onderzoeker bij Fontys Paramedisch in Eindhoven. ‘Ik betrek en begeleid studenten bij bewegingswetenschappelijk onderzoek naar de manier waarop mensen (zouden moeten) bewegen, en help ons onderwijssysteem doorontwikkelen.’ [zie kader onderaan dit artikel] Volgens beiden biedt kunstmatige intelligentie meer voor- dan nadelen. ‘Niet alleen voor studenten, ook voor docenten.’
Met AI bewerkte foto.
Anders toetsen Sommige onderwijsprofessionals vrezen dat studenten zich met behulp van AI door hun studie slaan zonder daadwerkelijk veel te leren. Die angst is volgens Tim ongegrond, mits je op een andere manier de vergaarde kennis toetst. ‘We zijn twee jaar geleden overgestapt op programmatisch toetsen. We werken met leeruitkomsten. Studenten tonen in hun portfolio aan wat ze hebben geleerd, via teksten, grafieken, filmpjes, powerpoints, noem maar op.’ Omdat experts het portfolio continu beoordelen is er permanent zicht op de ontwikkeling van de student, vertelt hij. ‘We geven dus veel meer aandacht aan het leerproces dan het eindproduct. Daardoor is het haast onmogelijk dat een student een heel portfolio met behulp van AI genereert. De studenten moeten zelf de juiste vragen formuleren en die stellen aan de juiste persoon, of aan Chat.’
Het 'programmatisch toetsen' wordt dit studiejaar ook bij de opleiding van Bart - sportmarketing - geïntroduceerd.
Gepuzzel voor examencommissie Dat studenten ook gebruik maken van ChatGPT staat vast. Bart: ‘Onze examencommissie is het afgelopen jaar veel tijd kwijt geweest om te bepalen of studenten zich bij examenstukken hadden bediend van AI. Dat is een heel gepuzzel. De oplossing is volgens mij om het onderwijs aan te passen door niet uitsluitend op het eindproduct te focussen maar de totstandkoming van dichtbij te volgen en te begeleiden, zoals Tim en zijn collega’s doen.’ Bij Fontys Paramedisch loopt het nog geen storm, weet Tim. ‘Ik spreek studenten hier doorlopend over. Ik raad gebruik van AI zelfs aan en laat zien hoe je dat kunt doen, maar onze vierdejaars studenten blijken het maar mondjesmaat te (willen) integreren. Op middelbare scholen zijn er dat vast veel meer. Waarom? Omdat veel lineaire opdrachten zoals “Vat een boek samen” prima kunnen worden uitbesteed aan generatieve AI. Voor praktijkgerichte vraagstukken in het hbo wordt vooral denkwerk gevraagd.’
Zelf uitvogelen Kortom: AI is al geruisloos doorgedrongen in de wereld van het hoger onderwijs. Dat roept de vraag op of Fontys beleid heeft op AI, dat omschrijft of en hoe docenten AI kunnen gebruiken voor hun lessen en hoe ze kunnen voorkomen dat AI (door studenten) verkeerd wordt gebruikt. Tim: ‘Voor zover ik weet is er geen AI-beleid geformuleerd en wordt er ook nog niets op grote schaal gefaciliteerd. Enerzijds omdat Fontys dat nog niet heeft uitgerold, anderzijds omdat AI-bedrijven nog nauwelijks bedrijfslicenties aanbieden en zich vooralsnog vooral op particulieren richten. Wel hebben we bijvoorbeeld licenties voor Photoshop en Canva (online tool voor grafisch ontwerp) waarin generatieve AI inmiddels is geïntegreerd. Ik betwijfel ook of het nuttig is om dat top-down te doen. Ik denk dat het beter werkt als medewerkers bottom-up uitvogelen hoe ze AI kunnen benutten.’
Voorbeelden van AI
ChatGPT : schrijft teksten op grond van een vraag die je het programma stelt. Hoe duidelijker en gerichter je vraag, hoe gedetailleerder en beter het antwoord.
Riffusion stelt (elektronische) muziek samen op grond van door jou ingegeven criteria.
maakt video’s van vier seconden op grond van een foto die je uploadt.
Bart onderschrijft dat. ‘Wij hebben met ons team veel baat gehad bij een workshop die een eigen medewerker van ons instituut had ontwikkeld om te laten zien wat de mogelijkheden zijn voor de toepassing van AI binnen het domein van de sportmarketing. De examencommissies bepalen verder per instituut de regels omtrent AI, maar hebben wel onderling overleg over AI binnen een gestructureerde samenwerking.
Slag om de arm Stap voor stap groeit het vertrouwen (bij early adopters als Tim en Bart) in kunstmatige intelligentie, al houden ze ook een slag om de arm. Bart: ‘We zijn ons er bijvoorbeeld van bewust dat het tekstprogramma ChatGPT voor wisselende resultaten zorgt. Geef het programma twee keer exact dezelfde opdracht en je krijgt verschillende uitkomsten. Dat geeft een ongemakkelijk gevoel. Is het ene antwoord beter of betrouwbaarder dan het andere? Dat weten we niet. Zelfs de makers weten niet precies hoe Chat werkt en hoe het aan zijn antwoorden komt.’ Tim: ‘Stel, het gaat om een medische diagnose. Wie kun je dan beter vertrouwen: een dokter die alles uit het hoofd heeft geleerd, AI, of een dokter die AI gebruikt als hulpmiddel maar kritisch is en zijn eigen afwegingen maakt?’
Disruptief voor uitgeverijen Wat betekent de opmars van AI voor de bestaande lesboeken en de (financiële positie van) uitgeverijen van studiematerialen? Bart: ‘Zodra de informatie uit een boek online staat heeft het boek zijn bestaansrecht grotendeels verloren.’ Tim: ‘Je hebt nu ChatPDF. Daar stop je een pdf in, bijvoorbeeld een compleet boek. Dat hoef je dan niet meer te lezen. Je kunt als het ware een gesprek met die pdf aangaan door gerichte vragen te stellen. Als die vragen beantwoord worden in het boek en je stelt je vragen op de juiste manier, kom je snel tot de informatie die je zoekt. Dat bespaart je heel veel tijd.’
Werk voor accreditatiecommissies AI zal volgens Bart en Tim ongetwijfeld om een reactie vragen van onderwijsinstituten. ‘Accreditatiecommissies zullen willen weten hoe we omgaan met AI, hoe we borgen dat de info die we via AI hebben verkregen betrouwbaar is en hoe we voorkomen dat studenten niets anders doen dan machines voor zich te laten denken. Toetsen we wat de student kan, wat AI kan of wat de student met behulp van AI kan? En wanneer verdient een student wel of niet een diploma?’ Zou je AI kunnen inzetten om de kwaliteit van AI te borgen? Bart: ‘Als je de goede vragen stelt, kun je daarmee een eind komen, vermoed ik.’ Tim: ‘Ik denk dat we eerst moeten weten waartoe we precies opleiden. Daaruit volgt welke eisen je stelt aan de student en het gebruik van AI. We willen mensen opleiden voor functies die je niet kunt automatiseren, want voor geautomatiseerde handelingen vertrouwen we meer en meer op machines. Daarom zullen alle onderwijsontwikkelteams en opleidingsteams met deze materie aan de slag moeten.’ Tot slot: was dit een goed verhaal geworden als het was geschreven door AI in plaats van een tekstschrijver? Tim: ‘Ik denk dat het dan een bruikbaar verhaal zou zijn geworden, zeker als aan AI goede vragen zouden zijn gesteld. En omdat het gaat om zelflerende programma’s worden de resultaten almaar beter.’
Sneller en betere diagnose knieartrose dankzij AI Volgens Tim verrijkt AI het onderwijs en dat ziet hij zelf in de praktijk bij Fontys Paramedisch. Bijvoorbeeld bij het onderzoek naar knieartrose. 'Wij onderzoeken hoe mensen bewegen. Als iemand knieartrose heeft, dus beschadigd kraakbeen in de knie, dan veroorzaakt dat pijn. Om die pijn te vermijden gaan mensen anders lopen. Wij onderzoeken hoe mensen het beste kunnen lopen om de belasting op het kraakbeen te verlagen. Voor het onderzoek krijgt de persoon in kwestie markers opgeplakt: markeerpunten die infrarood licht uitstralen. Dat licht wordt waargenomen door speciale camera’s. Zo weten de camera’s exact waar zich welk bot bevindt. We doen dat in 3D, zodat we precies kunnen zien hoe iemand beweegt en in hoeverre die manier van bewegen afwijkt van een gezond persoon. We kunnen dan inschatten wat het effect van bijvoorbeeld een brace, inlegzolen of wellicht een operatie zou zijn.’
Comfortabeler, sneller, betrouwbaarderDit systeem werkt prima, maar er kleven volgens Tim een paar fikse nadelen aan. ‘Voor het onderzoek moeten mensen zich grotendeels ontkleden, want anders kunnen de camera’s het licht niet zien. Iemand voorzien van markers duurt al gauw een halfuur en mensen lopen in zo’n onderzoekssituatie niet op hun normale manier.’ Sinds drie jaar beschikken de opleidingen echter over een nieuw systeem. ‘De kern van dat systeem zijn acht high speed-camera’s en een machine learning algoritme, een vorm van AI. De mensen die we onderzoeken kunnen hun schoenen en kleren gewoon aanhouden. In slecht twee minuten ziet het systeem precies hoe iemand loopt. Het is comfortabeler, sneller, betrouwbaarder en veel goedkoper – dus ook haalbaar voor de klinische praktijk – dan de oude proefopstelling, dankzij AI. Het zou onverstandig zijn om deze mogelijkheden niet te benutten.’
Bekijk ook eens deze filmtrailer , gemaakt met de AI-programma’s Midjourney en RunwayML. Aan dit fragment is geen acteur te pas gekomen, alles is in de computer gemaakt. Daarom vrezen Hollywood-acteurs voor hun baan en zijn ze in staking…