Verhalenreeks over Nationaal Programma Onderwijs Met het Nationaal Programma Onderwijs (NPO) wil het ministerie van OCW studievertraging door corona verhelpen en studentenwelzijn verbeteren. Alle onderwijsinstellingen krijgen tot eind 2024 geld om eigen herstelplannen te maken. In deze serie verhalen kun je lezen wat Fontys met dit geld heeft gedaan. Deze keer: 'Ik kan me niet voorstellen dat ik daar alleen zou staan'. Wil je meer weten over het programma NPO? Kijk op fontys.nl/npo .
De studenten van de master Educational Needs (onderdeel van Fontys Opleidingsctrum Speciale Onderwijszorg) werken al in het onderwijs, maar willen zich verder verdiepen in hun vak. ‘We hebben een heel diverse groep studenten: van een leerkracht in het kleuteronderwijs tot een docent aan een hogeschool. Hun leeftijden variëren van begin twintig tot in de zestig. En ze kiezen zelf waar ze zich in willen specialiseren, van autisme-deskundige tot complex gedrag-specialist’, schets Anouk.
Al die mensen met allemaal een andere achtergrond zitten bij elkaar in een studiegroep, een zogenaamd leerteam. Daar zitten soms wel dertig studenten in. De een doet de opleiding in anderhalf jaar, de ander in tweeënhalf jaar. Als je dan alleen voor zo’n groep staat, doe je ze echt tekort,’
Intensieve begeleiding De begeleiding van de studenten is zeker in de eerste maanden een intensief proces. ‘Onze studenten staan met één been in de praktijk, maar zijn tegelijk bezig om meer onderzoeksmatig naar het onderwijs te kijken. Welke theorieën zijn er? Doe ik wel de juiste dingen als ik voor de klas sta?’In de loop van de opleiding worden studenten steeds zelfstandiger. ‘In het begin ga je er echt bij zitten om voor te doen wat de bedoeling is, en als docent neem je steeds meer afstand. Het is een beetje het Montessori-systeem: leer mij het zelf te doen. Studenten hebben je ondersteuning hard nodig, maar het is je doel om ze steeds zelfstandiger te maken.’
Co-teaching in de praktijk ‘Als je zelf in de opleiding pleit voor maatwerk en differentiatie in de groep, is deze manier van werken ook meteen een goede manier om te laten zien hoe co-teaching in de praktijk werkt’, vindt Anouk.‘Je spiegelt je collega in de les. Het is geen toneelstuk, maar je verdeelt de rollen wel. Je zegt tijdens de les tegen elkaar: dat zeg je nou wel, maar wat als je het nou eens vanuit deze hoek bekijkt? Wat vind je daarvan? Studenten leren heel veel van deze manier van lesgeven en waarderen het ook heel erg.’
Een ander voordeel is dat de docenten de taken kunnen verdelen. ‘Dat scheelt een hoop tijd, omdat we samen kunnen voorbereiden en nabespreken. Dat werkt snel en efficiënt. Hierdoor kom je er samen vaak snel uit, zonder dat je anderen daarbij betrekt of je vraag uitzet bij andere collega’s.’Wat in de praktijk betekent dat de docenten meer aandacht kunnen geven aan studenten met moeilijke vragen. ‘Niemand heeft overal verstand van. We hebben drie afstudeerrichtingen: leren, gedrag en begeleiden. Zelf zit ik bij leren. Ik weet ook wel het een en ander van gedrag en begeleiden, maar ik ben daar geen specialist in. Dus dan is het fijn als er een collega bij is die daar meer van weet.’Borging Het is ook een borging van de kwaliteit, stelt Anouk. ‘Je houdt elkaar scherp: want zeggen we het goede tegen onze studenten? En als er in de les eens wat misloopt, dan is het fijn als je collega bij kan springen. Maar het is ook fijn dat je na de les even na kunt praten over een student die een grote stap heeft gezet: “Hoorde je wat ze zei, dat ze dit nu wel durfde? Mooi hè.” Ik kan me gewoon niet meer voorstellen dat ik dit alleen zou doen.’
Student Esther van der Werf: 'De coaches voelen aan wanneer je hulp nodig hebt'
Esther van der Werf
Wat zijn precies de voordelen van studenten? Dat kunnen we het best vragen aan een masterstudent die deze studie volgt. Esther van der Werf, leraar Nederlands bij middelbare school Het Kwadrant, somt de voordelen op. 1. Onderwijs op maat ‘De voordelen van de dubbele bezetting? Nou bijvoorbeeld dat de groep soms opgesplitst wordt in twee delen. Bij iedere groep is dan een coach aanwezig. Dat is heel fijn omdat sommige studenten bezig zijn met hun assessment, terwijl anderen nog midden in een onderzoek zitten. Door deze manier van onderwijs is elke lesdag waardevol voor iedereen.’
2. Verschillende specialisaties in één leerteam ‘Een ander voordeel is dat de twee coaches elkaar écht aanvullen. Zo is de één gespecialiseerd in het goed begeleiden van het leerproces, de ander is gespecialiseerd in gedrag. Anja van Schijndel constateerde bijvoorbeeld dat ik – doordat ik jarenlang zelfstandig ondernemer ben geweest – veel zélf wil oplossen. Door haar ging ik inzien dat ik nooit om hulp vraag. Inmiddels lukt dat gelukkig een stuk beter. De andere coach helpt mij weer om beter focussen. Ik heb namelijk een brein dat alles interessant vindt. Door de begeleiding blijft mijn onderzoeksvraag klein en het doel helder.’
3. Persoonlijke aandacht
‘De persoonlijke aandacht is voor mij misschien wel het belangrijkste pluspunt van de dubbele bezetting. Soms denk ik dat er niets te bespreken valt, terwijl na een één-op-één gesprek blijkt dat het wel degelijk nodig was. De coaches zien je én voelen aan wanneer je hulp nodig hebt.’
4. Oog voor de student die er niet is ‘De coaches zien niet alleen de studenten die aanwezig is, maar ook de studenten die er niet zijn. Zelf ben ik onlangs een jaar ziek geweest. Maar ondanks dat ik niet de energie had om mijn studie te volgen, voelde ik me nog wél onderdeel van het leerteam. Zo werd ik geattendeerd op de mogelijkheid om mijn studie tijdelijk stop te zetten, zodat ik geld kon besparen. De coaches nemen de tijd om mee te denken, heel fijn! Toch besloot ik destijds mijn studie aan te houden, zodat ik me toch nog af en toe kon melden. Inmiddels gaat het weer goed met me. Ik hoop deze studie over een jaar af te ronden. Maar wat mij betreft is dat diploma niet eens het allerbelangrijkste. Ik heb nu al ontzettend veel geleerd.’