• 19 maart
  • Uitgelicht

Ga toch fietsen! Fontys beste fietswerkgever 2024.

Vlnr: Walter, Claudia en Remco
Fontysmedewerkers vinden hun werkgever de beste werkgever van 2024 – en zij niet alleen. Ook de jury van Ons Brabant Fietst is van mening dat Fontys ‘vooruitstrevend fietsbeleid hanteert dat zowel praktisch als creatief is.’ Drie fietsende collega’s over de voordelen van het stalen ros.

Werk je bij Fontys, dan word je gestimuleerd om met de fiets naar je werk te komen. Zo kun je als Fontysmedewerker met belastingvoordeel een fiets kopen. Ook krijg je als fietser een ruimere vergoeding voor je woonwerkkilometers dan collega’s die de auto pakken. Toch is het Claudia, Remco en Walter niet te doen om financieel voordeel. Zij voeren andere argumenten aan.

Claudia Hermans (45) woont in Nuenen en werkt in Eindhoven als communicatieadviseur bij Fontys Paramedisch. Ze werkt vier dagen per week, waarvan drie op kantoor, en pakt dan haar ‘Cube’ voor een rit van zeven kilometer naar de campus Rachelsmolen. ‘Het is een fiets met een aandrijfriem in plaats van een ketting, een model tussen stadsfiets en mountainbike, zonder trapondersteuning. Een bewuste keuze, want beter voor mijn gezondheid.’

Perfecte afstand
De afstand van zeven kilometer is precies goed, vindt ze. ‘Het vergt best wat inspanning, maar ook weer niet zoveel dat ik afgepeigerd aankom op mijn werk. Ik trap lekker door en sta in 22 minuten op de Rachelsmolen. Met de auto ben ik niks sneller, welke route ik ook pak. Als ik op kantoor werk ga ik op de fiets, no matter what. We hadden twee auto’s. Een daarvan hebben we de deur uit gedaan. Fietsen naar mijn werk zit in mijn systeem. Als je een goede wind- en waterdichte jas hebt en goede handschoenen, dan is fietsen goed te doen.’ Als Claudia collega’s vertelt dat ze op de fiets naar het werk komt, oogst ze vaak bewondering. ‘Dat snap ik niet zo goed. Zo’n prestatie is het niet, toch? Er zijn mensen die nog geen vijf kilometer van hun werk wonen en iedere dag in de auto stappen. Waarom? Ga toch fietsen. Je bent er zo aan gewend.’

Remco Rinzema (55) woont in Best, op 14 kilometer van zijn werkplek in het centrum van Eindhoven. Hij werkt als informatiemanager bij de dienst I&T. ‘De belangrijkste reden om de fiets te pakken is mijn gezondheid. Ik heb wat dingen aan mijn hart die niet te verhelpen zijn. Ik wil in conditie blijven. Dat fietsen milieuvriendelijk is en ik door te fietsen mijn hoofd leeg maak is mooi meegenomen.’

Drie tot vier dagen per week pakt Remco de fiets. Hij kan kiezen uit twee fietsen. ‘Ik heb een rechttoe rechtaan stadsfiets met trapondersteuning, die ik gebruik als het slecht weer is. Daarnaast heb ik een lichte racefiets die ik zelf heb voorzien van lichte trapondersteuning. Op die fiets moet ik echt hard werken. Als ik heel hard fiets – meer dan 25 kilometer per uur – ben ik in 32 minuten op de plek van bestemming. Dan krijg je het echt wel warm, hoor. Vanochtend vroor het nog drie graden toen ik vertrok, maar als je hard doortrapt ben je zo warm.’

Leeg hoofd
Hoe reageren collega’s als hij vertelt dat hij met de fiets naar het werk komt? ‘Meestal hebben ze daar wel bewondering voor. Ze vinden het bijzonder. Ik zelf niet. Ik fiets nu al veertien jaar naar mijn werk, het zit helemaal in mijn systeem. Als dat een keer niet kan, bijvoorbeeld omdat ik ’s avonds na het werk nog iets anders heb en de trein moet pakken, dan baal ik daar gewoon van. Fietsen houdt me fit. Ik begin met energie aan de dag en als ik thuis kom heb ik mijn hoofd al leeg gemaakt. Andere fietsende collega’s zullen dat vast herkennen.’

Walter van den Broek spant in alle opzichten de kroon. Niet zozeer omdat hij bijna de leeftijd van 65 aantikt, maar vooral om het aantal kilometers dat hij maakt van zijn woning in Rosmalen naar het gebouw van De Lage Landen in hartje Eindhoven, waar hij bij de dienst I&T werkt als functioneel beheerder. ‘Het is iets meer dan veertig kilometer. Ik werk vier dagen in de week: twee thuis en twee op kantoor. Ik fiets een beetje om, via Veghel. Dan hoef ik niet door Schijndel en heb ik meer vrijliggende fietspaden. Dat fietst fijner en is veiliger.’

Efficiënt
Lang speelde Walter voetbal, maar door blessures zag hij zich genoodzaakt daarmee te stoppen. Rond zijn 52ste begon hij met fietsen. ‘Ik ben lid van een fietsclub en fiets ook wel buiten het woon-werkverkeer om. Ja, met de trein ben ik er eerder, maar heel veel scheelt het niet. En als ik met de trein ga, krijg ik amper beweging. Ik zie naar het werk fietsen als een efficiënte manier van lichaamsbeweging.’

Een enkele reis op zijn normale (dus niet elektrisch ondersteunde) racefiets duurt ongeveer een uur en drie kwartier. ‘Ik vertrek thuis om kwart voor zeven met op mijn rug een rugzak met eten en mijn laptop. Rond half negen ben ik op kantoor. Daar spring ik onder de douche; in mijn kluisje liggen schone kleren. De voorzieningen zijn prima.’ Fietsen doet Walter enorm goed, zegt hij. ‘Op de eerste plaats fysiek natuurlijk, wat fijn is met een zittend beroep. Maar zeker ook mentaal. Het is goed voor mijn gemoed. Op de fiets krijg ik vaak goede ideeën en als ik op de plek van bestemming ben is mijn kop leeg.’

Martin van Rooij

Reacties

De redactie keurt reacties voordat ze geplaatst worden. Dit doen wij alleen op werkdagen. Reacties die niet over de inhoud van het artikel gaan en kwetsend kunnen zijn voor (groepen) mensen, worden niet toegelaten op dit platform.