Vlnr; Niels Deckers, Wilma Aerts en Jennifer Geiger.
In het onderwijs zijn er – in vergelijking met veel andere branches – veel vakantieperiodes. In die vrije weken zie je niet veel studenten of medewerkers in de Fontysgebouwen. Toch blijven de gebouwen wel open. Denk je eens in: hoeveel energie zou er bespaard worden als deze gebouwen écht dichtgaan tijdens deze onderwijsvrije periodes? Niels Deckers, Jennifer Geiger en Wilma Aerts vertellen over welke stappen zij binnen Fontys zetten om energiezuiniger te werk te gaan.
Vorig jaar sloot Fontys aan bij de overheidscampagne Zet ook de knop om. ‘We worden aan het denken gezet om bewust met energie om te gaan’, legt Niels uit. Hij is projectleider Facilities. ‘Met deze projectgroep hebben we onderzocht hoeveel energie we kunnen besparen als we met de onderwijsvrije periodes daadwerkelijk de gebouwen sluiten. Ook dachten we na over het eerder sluiten van panden.’
Het bedrag dat daarmee wordt bespaard? ‘Het is een beetje een ingewikkelde rekensom, omdat het niet alleen gaat om energiekosten, maar ook beveiligings- en schoonmaakkosten. Maar op jaarbasis gaat het waarschijnlijk om tonnen.’
Afstemmen
‘Dat bespaarde geld willen we graag weer terugstoppen in het onderwijs zelf’, vertelt Wilma, teamleider Support binnen Fontys Academy for the Creative Economy (ACE). Maar dat gaat niet zomaar van de een op de andere dag.
‘Het begint allemaal met samen te kijken naar wat er wel en niet mogelijk is. Hier in Stappegoor, in gebouw P8, zijn meerdere instituten de bewoners van het pand. Die hebben allemaal weer ander onderwijs en dus ook andere wensen. Dat betekent dat je met elkaar vooruit moet kijken en plannen. Maar ik ben ervan overtuigd dat je met een gezamenlijke verantwoordelijkheid echt veel bereikt. We hebben waarschijnlijk allemaal hetzelfde doel: geen energie verspillen.’
Studenten op één
Een concreet voorbeeld van energiebesparing geeft Jennifer Geiger, manager Bedrijfsvoering Onderwijsbureau bij Fontys Engineering. ‘Op de deeltijdopleidingen hadden wij in het gebouw Nexus drie lesavonden gepland staan. Maar het is zonde om het hele pand alleen hiervoor telkens vier uur langer open te laten.’ De oplossing? Teruggaan naar twee in plaats van drie avonden.
‘Maar’, benadrukt Jennifer, ‘alleen op voorwaarde dat er een geschikt alternatief is voor de studenten. Want die staan altijd op nummer één. Wij hebben naar hen, zeker ook naar de internationale studenten, gecommuniceerd waar ze die ene avond wél terecht kunnen. Dat is in dit geval bij het pand aan de Rachelsmolen.’ Wilma sluit zich hierbij aan. ‘Studenten en medewerkers moeten zich altijd thuis blijven voelen.’
Samen doen: dat werkt
Aan het einde van dit kalenderjaar presenteert de projectgroep Zet ook de knop om zijn concrete plannen om energie te besparen door het gerichter openen van de Fontysgebouwen. Niels: ‘Volgend studiejaar willen we die plannen daadwerkelijk gaan uitvoeren, maar ook dit studiejaar zetten we al in op meer passende openingstijden in de avonduren en onderwijsvrije periodes.’
De eerste resultaten zijn er al: zo zijn er in de herfstvakantie al meerdere panden dicht geweest en is die ambitie er ook voor de kerstvakantie. Uit die eerste sluiting worden de nodige lessen getrokken. Niels: ‘Als we pas volgend studiejaar de meeste van onze panden gaan sluiten, leren we dan pas wat er niet goed gaat. Door stapsgewijs in de vakanties van dit studiejaar al enkele panden te sluiten kunnen we leren van wat er goed en minder goed gaat. Dat kunnen we dan weer toepassen op de volgende vakantiesluiting.’
Geen klachten
Zo bleken er tijdens de herfstvakantie geen klachten van bewoners: die wisten goed dat het pand dicht zou zijn. De enkeling die wel voor een gesloten deur stond is verwezen naar een ander pand dat wél open was. Voor het onderhoud aan de panden dat in onderwijsvrije periodes plaatsvindt – om het onderwijs zo min mogelijk tot last te zijn – was dat een iets ander verhaal. Zo was er onderhoud gepland waarvoor het pand werd geopend, maar wat uiteindelijk niet door bleek te gaan. ‘Een kwestie van goed samen plannen en vooruitkijken,’ zegt Niels.
Auteur: Bureau Textvast